De huid van de olifant

De huid van de olifant De huid van een olifant is heel erg dik, op sommige plaatsen wel 3.5 centimeter. Toch is de huid van de olifant heel gevoelig, ondanks zijn dikke huid kan hij toch vliegen voelen en temperatuurverschillen waarnemen. Op sommige plaatsen is de huid van de olifant wat dunner, bijvoorbeeld op de oren, rond de anus en rond de mond. Naast het feit dat de olifant een heel dikke huid heeft, en daarom vaak dikhuid wordt genoemd, zijn er ook veel groeven te zien in de huid. Ook hier kunnen we weer een verschil maken tussen de Aziatische en de Afrikaanse olifant. De Afrikaanse olifant heeft namelijk een meer gerimpelde huid dan de Aziatische olifant, deze heeft een meer egale of gladde huid. Ook is er verschil te zien in kleur tussen de verschillende olifantsoorten. De Afrikaanse olifant is vaak wat meer bruin of roodachtig gekleurd, dit komt onder andere doordat de Afrikaanse olifant het heerlijk vindt om af en toe in de modder te rollen. De Aziatische olifant heeft vaker de traditionele grijze kleur.



Groeven in de huid van de olifant

Wat is nu precies het doel van de groeven en plooien in de huid van de olifant en waarom hebben Afrikaanse olifanten dit wel en Aziatische olifanten bijna niet? Het antwoord is heel simpel. Het heeft te maken met de verschillende leefgebieden van de beide olifanten. De Afrikaanse olifant komt vaak voor in hele warme gebieden waar weinig beschutting is, de gerimpelde huid werkt als een soort koelsysteem voor de olifant. Nadat de olifant een bad heeft genomen blijft er in de groeven en plooien van de huid water achter. Net zoals wanneer mensen zweten, verdampt dit water en koelt het de oppervlakte. De rimpels houden de olifant dus koel. De Aziatische olifant komt daarentegen voor in gebieden waar veel begroeiing is, hierdoor heeft hij geen gerimpelde huid nodig. Naast het feit dat de temperaturen niet zo hoog oplopen in de leefgebieden van de Aziatische olifant kan hij gemakkelijk gebruik maken van de beschutting om de schaduw op te zoeken, vandaar dat de Aziatische olifant een meer egale huid heeft zonder groeven.



De huid van de olifant

Verschillende kleuren huid en haar

Aziatische olifanten zijn goed te herkennen aan de pigmentvlekken op hun huid, de plaatsen waar je deze vlekken het vaakst ziet zijn op de slurf, het voorhoofd en de oren. Afrikaanse olifanten zijn vaak wat bruiner of roder van kleur, dit komt omdat ze vaak in de modder rollen. Olifanten hebben ook haar, de jonge olifantjes (kalveren) hebben bruinachtig of roodachtig haar. Het haar van de jonge olifantjes is nog dun en groeit voornamelijk op het hoofd en op de rug. Naarmate de olifant ouder wordt krijgt hij er meer haar bij, wordt het haar stugger en wordt het donkerder van kleur. De meest stugge haren zijn te vinden aan het uiteinde van de staart van de olifant, van dit haar worden regelmatig sieraden gemaakt. De Aziatische olifant heeft aanzienlijk meer haar dan de Afrikaanse olifant. De olifant heeft zoveel haar zodat de modder en het zand waar in heeft gerold op de huid blijft plakken er niet steeds afvalt.



De huid van de olifant

Olifanten kunnen niet zweten

Als mensen het warm hebben zweten ze, er komt water uit de verschillende zweetklieren onder de huid. Doordat het water naar buiten komt en verdampt wordt de oppervlakte koeler. De huid van de olifant heeft echter geen zweetklieren, de olifant kan zichzelf dus niet op dezelfde manier koelen als wij dat doen. Het modderbad en het klapperen met de oren is dus echt essentieel voor de olifant om zijn temperatuur op orde te houden.
Gesponsorde links