Olifant evolutie

Darwin wordt gezien als de gronlegger van de evolutie theorie We gaan in dit artikel dieper in op de evolutie van de olifant. Het woord evolutie komt uit het Latijn en betekent ontwikkelen. Evolutie is dus eigenlijk de ontwikkeling van een specifiek organisme (bijv. de ontwikkeling van de mens, de aap of van de olifant). Evolutie gaat heel langzaam en gaat van generatie op generatie. Er zijn twee belangrijke begrippen te onderscheiden binnen het begrip evolutie, die begrippen zijn variatie en selectie. Variatie is eigenlijk het spontaan optreden van foutjes gemaakt door de natuur, bijvoorbeeld als een olifant 5 poten heeft. Zodra de olifant dan paart en kinderen krijgt bestaat de kans dat ook deze baby olifantjes ook 5 poten hebben, hierdoor zullen alle volgende generaties olifanten 5 poten hebben. Het begrip selectie mist eigenlijk nog een woord daarvoor, het moet eigenlijk natuurlijk selectie zijn. Natuurlijke selectie treed bijvoorbeeld op als het in een bepaald gebied langzamerhand heel erg koud wordt, op deze manier zullen de meeste olifanten in deze regio sterven, enkel de olifanten die goed tegen de kou beschermd zijn (de olifanten met de dikste huid en de meeste haren) zullen overleven. Uiteindelijk paren deze dikhuid olifanten met elkaar en krijgen deze weer kinderen. Deze baby olifanten zullen nu ook een dikke huid hebben. Dit is heel beknopt en globaal de definitie van evolutie.



De geschiedenis van de olifant begint al vroeg

De geschiedenis van de olifant begint al heel vroeg in de tijd. Meer dan 4000 jaar geleden zijn er al tekeningen gemaakt waarop olifanten te zien zijn die dingen helpen tillen voor de mens. Onderzoekers geloven dat de mammoet (die inmiddels uitgestorven is) de voorouder van de olifant moet zijn geweest. De mammoet was meer behaard dan de olifant en de haren van de mammoet waren ook flink stugger, onderzoekers denken dat dit door een evolutionair proces veranderd is.

Wanneer je aan olifanten denkt denk je meestal aan reusachtige dieren die minimaal twee keer zo groot zijn als een volwassen mens. Echter is er recent ook bewijs gevonden dat erop wijst dat in de prehistorische periode er olifanten bestonden die de grote hadden van een varken of een koe, volgens DNA tests is vervolgens vastgesteld dat er wel degelijk een directe connectie is met de olifant van nu.

Een ander feitje waarover je je misschien zult verbazen is dat olifanten ook regelmatig worden gelinkt naar zeekoeien. Volgens onderzoekers waren er vroeger (en dan spreken we natuurlijk over duizenden jaren geleden) veel meer soorten olifanten dan dat we nu hebben. Veel van deze uitgestorven olifantsoorten lijken in grote lijnen op de olifanten die we nu hebben: ook zij hadden een slurf en twee slagtanden.



Evolutie van de olifant

De eerste olifanten

De allereerste olifanten kwamen in allerlei groottes en hun uiterlijk was iets anders dan de huidige olifant. Tijdens de verschillende ijstijden hadden olifanten waarschijnlijk heel erg dikke haren, net zoals de mammoet, op deze manier werden ze beter tegen de kou beschermd. Hierdoor konden ze gemakkelijk in koude gebieden leven zonder dat hun lichaamsteperatuur te ver zou dalen. Naarmate de omgevingstemperatuur warmer wordt zien we dat het aantal haren en de stugheid daarvan afnemen.

De lengte van de slurf en de vingertjes aan het uiteinde daarvan zijn ook waarschijnlijk door evolutie op deze manier gevormd. De slurf heeft natuurlijk enkel nut als deze even of ongeveer even lang is als de olifant zelf, anders kan hij natuurlijk nergens bij. Ook was er blijkbaar een noodzaak voor de olifant om objecten op te pakken, vandaar dat er een soort vingertjes aan het uiteinde van de slurf zijn ontstaan. De prehistorische olifanten hadden al wel een slurf maar deze was niet zo beweeglijk en daardoor nog niet zo multifunctioneel als de slurf van nu.



Olifanten kunnen zich goed aanpassen

Olifanten zijn bijna de enige dierensoort die zich heel gemakkelijk kan aanpassen en daardoor in heel veel verschillende soorten gebieden prima kan (over)leven, of het nu de woestijn is of het regenwoud, de olifant vind er zijn plek. Het vermogen van het olifantenlichaam om zich gemakkelijk aan nieuwe omgevingen aan te kunnen passen is volgens onderzoekers ongeveer 50 tot 60 miljoen jaar geleden gevormd door middel van evolutie. Hedendaagse olifanten bezitten deze bijzondere eigenschap overigens nog steeds.

Evolutie vind in het algemeen heel langzaam plaats, het is een eeuwenlang proces. Hierdoor is het extra bijzonder dat de olifant door de tijd heen heeft kunnen overleven, veel dieren zijn namelijk al eeuwenlang uitgestorven. Zoals je hebt kunnen lezen is evolutie iets ontzettend bijzonders, door de moderne wetenschap (onder andere vernieuwde DNA technieken) zijn we veel te weten gekomen over het verleden van het grote landdier. Echter zijn er nog heel veel vragen onbeantwoord. We roemen de olifant voor het feit dat hij al die jaren heeft kunnen overleven maar we moeten oppassen dat we daar als mens geen einde aanmaken. Ontbossing en stropers zijn een enorme bedreiging voor het leefgebied van de olifant en de olifant zelf.
Gesponsorde links